Toespraak Herdenking KL te Bronbeek 28 mei 2009

Hoofdkrijgsmachtrabbijn D.M. Sebbag

rab

Generaals, dames en heren, jongens en meisjes,

 
Wanneer een familielid, een collega, een goede vriend, ons ontvalt, kunnen wij die nooit en te nimmer vergeten. Hij of zij was een deel van ons bestaan, van ons leven. En met het wegvallen van deze persoon, sterft ook een deel van ons. Wij veranderen! En zullen nooit meer dezelfde zijn! Door het ontvallen van een geliefde, wordt het fundament van ons bestaan wreed verstoord. En zal zich nooit meer volledig herstellen! Maar naar mate de tijd verstrijkt, en wij het verdriet een voorzichtige plaats in ons leven hebben gegeven zullen wij, met dat deel van ons bestaan wat ons rest, verder moeten leren leven. Soms gesterkt, soms verzwakt, altijd anders!

 “Tijd”, zo stelt de Joodse leer, heeft “de wind van genezing in haar vleugels”. “Genezing” betekent niet dat wij vergeten! Maar het betekent dat we met de tijd, leren om de pijn, het gemis en het verdriet naar een kamer in ons hart verplaatsen. En de deur naar deze kamer sluiten. Het hart van de mens heeft veel meer dan vier kamers. Kamers gevuld met herinneringen en gedachten. De ons ontvallen  geliefden en vertrokken familieleden vertrouwen wij niet aan onze hersenmassa toe, die sluiten wij op in de kamers van ons hart. De deuren van deze kamers gaan af en toe open, en dan worden wij weer overweldigd door gevoelens. Soms gaat de deur vanzelf open, zonder dat wij dat willen, en dan schieten wij vol. Maar vaak doen wij de deur opzettelijk open, om ons weer even dichter bij onze geliefde te voelen.  

Herdenkingen zijn momenten dat wij bij het bestaan en de  inhoud van onze kamers stilstaan en een bewuste erkenning geven. Herdenkingen zijn momenten dat wij sámen onze kamers open stellen. Herdenkingen zijn momenten dat wij op bezoek gaan in onze kamers en soms ook in die van anderen. Wij gaan onze kamers binnen en wij bezoeken de herinneringen in al hun details, en wij voelen ook de intensiteit van de pijn, van het gemis, het verlies en het verdriet. Daar dan, in de hoeken van deze kamers, komen wij onze geliefden weer tegen. Daar dan, in deze kamers voelen wij weer de warmte van hun armen om ons heen. Daar, in de donkere hoeken van onze geheime kamers ervaren wij opnieuw de warmte, de liefde, de zorg en de vriendschappen die wij met elkaar bij leven hebben gedeeld. Daar in deze kamers delen wij onze gevoelens en gedachten met de dromen en herinneringen van onze ontvallen geliefden. En voelen wij ons, voor dat klein moment even minder alleen.

Bij herdenkingen worden de namen van diegene die ons ontvallen zijn, opgenoemd. Dit is een speciale code waarmee de deuren open worden gemaakt. De joodse geleerden schrijven dat er sprake is van drie namen in het bestaan van de mens. De eerste naam krijgt men bij de geboorte, vaak door ouders geschonken (Jan, Piet, Klaas). De tweede naam of namen verdient men tijdens het leven; Papa, Mama, schatje, lieverd, Drs., Dr., Ing., Rabbijn, Korporaal, Kapitein. De laatste is de naam die men krijgt na overlijden. Het was een 'goed mens'. Het was een lief mens, zorgzaam, betrokken. De eerste naam, met de geboorte geschonken, betekent heel weinig. Het bevat alleen de dromen en wensen, door anderen geuit, van wat hij of zij zou kunnen bereiken. De tweede betekent ook niet zoveel omdat deze naam een tijdelijke is, en soms ook alleen een beschrijving is van een omstandigheid. Maar de laatste en blijvende naam van de mens, hoe men wordt genoemd als men er niet meer is, dat is de echte en de belangrijkste naam van allen. Deze naam omschrijft datgene  wat de persoon heeft bereikt en geeft de indrukken weer welke men bij anderen voor altijd heeft achtergelaten. Indrukken die voor eeuwig zullen door blijven leven.

 

Als wij straks 'de namen' opnoemen van de ons ontvallen collegae en geliefden, doen wij dit omdat, als we ze echt volledig willen omschrijven, wij een hele dag en langer aan iedere naam zouden moeten besteden. Wanneer U straks een voor u vertrouwde naam hoort zal deze herkenning de deuren  in uw harten openen. En bij u allen een vloedgolf van andere namen oproepen. Jullie zullen aan die andere wezenlijke namen gaan denken. Papa, Mama, lieverd, vriend, kerel, kanjer, maatje, zoon, dochter, schatje, broertje, zus, lief, zorgzaam, betrokken enz…..enz… En dan komt de tijd dat wij deze kamers moeten verlaten. Moeten, daar wij ons niet op onze dagelijkse bezigheden kunnen concentreren zolang de deur wijd open staat. Wij vertrekken uit deze kamers, maar altijd met de stille belofte om snel weer terug te keren. En in de tussentijd getroost door de wetenschap dat uw geliefden, in de kamers van uw hart altijd met u, dicht bij u, voor altijd worden mee gedragen.

Ik wil afsluiten met de troostende woorden van de profeten: “Moge een eind komen aan oorlog, ziekten en dood voor de gehele mensheid. Hij vernietigt de dood voor immer en dan zal God de tranen van een ieder gelaat drogen. Want de Eeuwige heeft het beloofd.”

Moge deze woorden bewaarheid worden, spoedig en in onze dagen,

Amen!